Schaaknotatie - de Taal van het Schaken!
Schaaknotatie is een eenvoudige manier om bij te houden hoe spellen verlopen zijn, zodat je ze achteraf nog eens kan naspelen om tactieken te studeren, vergissingen proberen te begrijpen, of gewoonweg om indruk te maken op je vrienden. Probeer het eens uit in je volgende spel - je zal merken hoe veel voldoening het geeft om een uitroepteken te kunnen zetten na de zet die je het spel wint.
Algebraïsche Notatie
De eenvoudigste en meest voorkomende vorm van schaaknotatie heet "Algebraïsche Notatie". Het geeft labels aan elk vak van het schaakbord door middel van letters en cijfers.
In dit diagram is de witte koning op het vak c3 en de zwarte koning op h5.
Rij 1 is het uiteinde van het bord waar wit begint; rij 8 is waar zwart begint. De kolommen ("files" in het Engels) zijn alfabetisch gerangschikt, van links beginnend voor wit.
De volgende hoofdletters worden gebruikt voor stukken aan te duiden:
K: Koning
D: Dame
T: Toren
L: Loper
P: Paard
En voor de pion wordt geen letter gebruikt.
Hoe een Zet Opschrijven
Om een zet op te schrijven, geef je de naam van het stuk dat je verzet, en het vak waar je het zet. Als je een ander stuk neemt, zet je voor het vak ook nog een "x".
Bijvoorbeeld, in dit spel is de eerste zet van wit Pc3: paard naar c3. Zwart antwoordt met f5 (de P is voor paard, niet voor pion! Pionnen krijgen geen letter). Wit speelt e4 en zwart neemt de pion, fxe4, f neemt e4. De kolom f vervangt de naam van de pion. Wit neemt terug, Pxe4. De rest van het spel wordt als volgt beschreven
... Pf6
Pxf6+ gxf6
Dh5#
+ is het teken voor schaak, en # is het teken voor mat.
Speciale Tekens
x: neemt
0-0: rokeren langs koningszijde
0-0-0: rokeren langs koninginnezijde
+: schaak
#: mat
!: goede zet
?: slechte zet
meer !- en ?-tekens kunnen worden toegevoegd om nadruk te leggen op een zet.
Dubbelzinnigheid Vermijden
Td1 is niet genoeg om deze zet te omschrijven--welke toren wordt bedoeld?
In situaties waar gewone notatie dubbelzinnig is, voeg je een extra letter of cijfer toe om te duidelijk te maken van welk vak het stuk kwam. Hier lost Tad1, toren van kolom a naar het vak d1, het probleem op. Als een pion een ander stuk neemt, zet je er altijd de kolom waarop de pion stond al bij, zoals in fxe4 en gxf6 hierboven.
Andere Notaties
De meeste spelers vandaag de dag gebruiken Algebraïsche Notatie, maar er zijn enkele varianten:
Lange Algebraïsche Notatie toont ook het vak waar het stuk vandaan kwam voor elke zet.
Descriptieve Notatie, een ouder systeem, geeft namen aan de kolommen van het schaakbord. De c-kolom bijvoorbeeld, heet de D, kort voor damesloper. De rijen worden opgeschreven volgens elke speler zijn perspectief. DL3 voor wit is zo DL6 voor zwart.
Gratis Schaaknotatiebladen Downloaden
Je kan hier gratis schaaknotatiebladen downloaden, of een scoreboek zoals dit kopen om te noteren, maar je kan evengoed met gewoon lijntjespapier beginnen.